Bewindvoering
De wettelijke maatregel onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen, ook wel beschermingsbewind genoemd, heeft betrekking op het vermogen van een persoon.
Als iemand door zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet meer in staat is zijn financiële zaken te regelen, dan kan hij zijn goederen en geld onder bewind laten stellen. Er wordt dan een bewindvoerder aangesteld die tijdelijk of blijvend het vermogen van de betrokkene beheert. Het gevolg is dat de betrokkene niet meer zelfstandig mag beslissen over zijn of haar vermogen.
Een bewindvoerder beheert het vermogen van degene die onder bewind staat.
Het beheren houdt in dat de bewindvoerder de verantwoordelijkheid heeft over de financiële en de praktische kant van het vermogen. De bewindvoerder kan bijvoorbeeld een belastingaangifte doen, maar ook (bijzondere) bijstand, huurtoeslag of een persoonsgebonden budget (PGB) aanvragen.
Eén keer per jaar en aan het einde van het bewind moet de bewindvoerder tegenover de betrokkene rekening en verantwoording afleggen. Hij moet dan dus precies kunnen aantonen wat er allemaal door hem is geregeld en uitgegeven en met de bewijsstukken daarvan komen. Is de betrokkene niet in staat dit te beoordelen, dan legt de bewindvoerder verantwoording af aan de kantonrechter.